Ga naar de inhoud

Storingswijzer

Voordat u belt, zijn er een paar zaken die u zelf kunt controleren en mogelijk dat u de storing zelf kunt verhelpen. Het voorkomt dat u onnodig in de kou of zonder warm water zit en onnodige kosten maakt.

Veiligheid gaat echter voor alles,indien u een gaslucht ruikt bij uw ketel handel als volgt:

  • Gebruik geen lichtschakelaars of een wandcontactdoos (b.v.looplamp).
  • Gebruik geen mobiele telefoon op de plaats van het toestel.
  • Gebruik geen open vuur (bijv. aansteker of lucifer), rook niet.
  • Draai de gaskraan van het toestel en hoofdkraan bij de meter dicht.
  • Open zonodig ramen en deuren.
  • Waarschuw uw medebewoners en verlaat zonodig het pand.
  • Waarschuw uw installateur.

Wat u kunt controleren indien u in de kou zit of geen warmwater heeft:

  1. Staat de gaskraan (zowel bij de meter als bij de ketel) (geheel) open.Zo niet; kraan  openen en de ketel opnieuw starten (resetten) of waakvlam (ouder model) aansteken.
  2. Zit de stekker in het stopcontact en  Zo niet; stekker in het stopcontact doen en het toestel opnieuw starten (resetten) of waakvlam aansteken. Controleer  ook de zekeringen/stoppen en de aardlekschakelaar in de meterkast. Is deze uitgevallen of uitgeschakeld, dan dit herstellen.
  3. Controleer of de kamer- klokthermostaat hoog genoeg staat. Zo nee, kamerthermostaat hoger draaien of de klokthermostaat op dagprogramma zetten.
  4. Als u een combi-ketel heeft controleer of een van de warmwater kranen in huis drupt. Zo ja, sluit deze  kranen dan goed.  Het is mogelijk indien een waterkraan drupt dat de ketel geen warmte geeft aan de radiatoren.
  5. Controleer de druk in de verwarming: de drukmeter moet tussen de 1,5 en 2,0 atmosfeer staan. Zo niet, dan (indien mogelijk) bijvullen tot de juiste druk (zie eventueel ook de gebruikershandleiding van uw C.V. toestel).
  6. Noteer ( indien aanwezig) de op het display van de ketel getoonde storingscode. Als onze monteur contact met u opneemt is dit van belang. (zie de gebruikershandleiding van uw C.V. toestel om te zien wat u kunt doen bij de getoonde code). Als u de ketel reset zal de getoonde code mogelijk verdwijnen.
  7. Heeft uw ketel een “resetknop”, dan kunt u het toestel herstarten door de knop in te drukken (zie gebruikershandleiding van uw ketel).
  8. Indien u een ketel heeft met een waakvlam controleer of deze waakvlam wel brandt Zo niet, steek de waakvlam dan aan.

Indien het probleem niet door u te verhelpen is en u de cv of warmwatervoorziening nog steeds niet werkt maakt u dan een afspraak via ons storingsnummer.

 

Het bijvullen van de cv-installatie:

De waterdruk moet tussen de 1,5 en 2,0 atmosfeer staan. Indien de waterdruk te hoog is, moet u de druk verlagen door lucht of water te laten ontsnappen uit de installatie (let op het water kan vuil zijn). Als de druk te laag is, moet de ketel worden bijgevuld. Het vullen gaat als volgt:

  1. Zet de pomp uit (stekker uit het stopcontact) en wacht tot het water is afgekoeld tot circa 40 graden.
  2.  Op de plaats van het vulpunt van de installatie zit normaal de koudwaterkraan die gebruikt wordt om de installatie te vullen. Sluit de vulslang op deze kraan aan en laat de slang voorzichtig vol lopen en sluit de koudwaterkraan (dit voorkomt dat u lucht in de installatie brengt). Hierna sluit u het andere einde van de vulslang aan op het vulpunt van de installatie (vulkraan). U oppent deze vulkraan ( meestal door deze een ¼ slag te draaien).
  3. Als dit is gelukt draait u de kouwaterkraan open en stroomt er water in het verwarmingssysteem. Op het moment dat de druk hoog genoeg is ( tussen de 1.5 en 2,0 atmosfeer) sluit u de koudwaterkraan en de vulkraan ( ¼ slag).
  4. U kunt nu de installatie ontluchten. U draait alle radiatorkranen open en draait het ontluchtingsventieltje, dat zich op de radiator bevindt, ( met het sleuteltje dat bij uw vulslangset hoort)  open. Zodra er water uit het ontluchtingskraantje komt is alle lucht eruit en kan het ventieltje gesloten worden.  Nadat u alle radiatoren en eventuele ontluchtingspunten bij de ketel heeft ontlucht, controleert u of de druk nog hoog genoeg is. Zo niet dan open de beide kranen ( vulkraan en koudwaterkraan) opnieuw.
  5. U sluit de waterkraan en de vulkraan. Nu kunt u de slang weer losmaken (een klein beetje water zal mogelijk weglopen).
  6. U zet de ketel weer (stekker weer in het stopcontact), de pomp gaat lopen en de cv zal weer aangaan.

Kleine problemen:

De installatie of leidingen maken een tikkend geluid.

Dit kan een normaal verschijnsel zijn. Bij het opwarmen van de installatie zetten de leidingen uit. Leidingen zitten gebeugeld en gaan door muren en plafonds. Wanneer een leiding tijdens het uitzetten niet vrij kan bewegen doordat een beugel te vast zit of wanneer een leiding vast in een muur of plafond zit, dan zal deze leiding tijdens het uitzetten geluid gaan maken. Dit is eventueel op te lossen door de betreffende leiding los te maken zodat deze weer vrij kan bewegen.

Radiatoren en / of leidingen maken een ruisend of borrelend geluid.

Er zit waarschijnlijk lucht in de installatie en / of er is een te lage waterdruk. De installatie moet ontlucht en bijgevuld worden (zie bijvullen van de installatie).